Door Scott Kiloby, vertaald door Pleun Vermaas.
Met de Boomerang Inquiry kijk je naar het geloof in een tekortschietende ‘ik’, om vervolgens te zien dat deze ‘ik’ niet meer is dan een lege huls. Het is pure fictie.
Zoë:
Ik ben een perfectionist. Ik kan het niet helpen. Ben altijd al zo geweest. Hierdoor kom ik steeds in de problemen in mijn relatie. Ik kraak mijn partner voortdurend af, probeer hem steeds maar te veranderen.
Scott:
Heb je het idee dat er iets ‘mis’ is met hem? Dat ie niet oké is zoals ie is?
Zoë:
Ja. Ik weet gewoon dat hij beter kan dan dit. Hij is gewoon lui.
Scott:
Wat komt er bij je op als je aan hem denkt?
Zoë:
Ik voel vooral enorme frustratie naar hem toe. Ik weet dat als hij gewoon een paar dingen anders aanpakt, het allemaal soepeler zou gaan voor ons allebei. Ik zou hem dan niet meer constant achter zijn broek hoeven zitten.
Scott:
Ik zou graag zien dat je even stopt met je aandacht te richten op je partner. Zijn gedrag is als een spiegel. Kijk eens of je kunt ontdekken wat zijn gedrag naar jou reflecteert in de zin dat jij je op de een of andere manier tekort voelt schieten. Benoem dat.
Zoë:
Ik ben nog harder voor mezelf dan voor hem.
Scott:
Nu komen we ergens. Benoem die ‘ik’ die jij veroordeelt. Dan kunnen we kijken of dat diegene is, die je echt bent.
Zoë:
Het is alsof… er ook iets mis is met mij. Zelfkritiek is er al mijn hele leven geweest. Oké, laat me even denken. Zien of ik dit kan benoemen… Ontoereikendheid.
Scott:
Kun je die ontoereikende ‘ik’ vinden, in je ervaring, hier en nu? Zijn de woorden “ik ben ontoereikend” jou, de jij die ontoereikend is?
Zoë:
Ja, dat ben ik.
Scott:
Als er identificatie is met een gedachte, betekent dit dat er tegelijkertijd een emotie of fysieke sensatie bij opkomt. Welke emotie of fysieke sensatie voel je?
Zoë:
Verkramping. Frustratie.
Scott:
Ben jij dat woord ‘verkramping’; de jij die ontoereikend is?
Zoë:
Ja, dat klopt.
Scott:
Laat dat woord even gaan en kijk hoe het is om je die verkrampte sensatie in je lichaam gewaar te zijn, zonder het ‘verkramping’ te noemen. Neem de tijd. Als je het kunt voelen zonder het te benoemen, stel je jezelf de vraag: “Ben ik dit? Ik, de ontoereikende persoon?”
Zoë:
Ja, dat ben ik.
Scott:
Komen er nog woorden op bij die fysieke sensatie?
Zoë:
Ik zie nu geen woorden.
Scott:
Hoe zit het met herinneringen, mentale beelden? Een beeld kan soms zo subtiel zijn dat je het niet opmerkt, totdat je je helemaal ontspant en je alleen maar de innerlijke ruimte van je lichaam bekijkt. Het kan zelfs een beeld zijn van dat deel van je lichaam, dat de verkramping lijkt te bevatten.
Zoë:
Ja, ik zie een beeld van mijn borst.
Scott:
Ben jij dat beeld? Is dat de jij die ontoereikend is?
Zoë:
Ja, het voelt haast alsof dat gebied in mijn lichaam verantwoordelijk is voor al die zelfverwijtende gedachten.
Scott:
Kijk alleen naar dat beeld, zonder woorden. Scan het grondig. Van boven tot onder en van links naar rechts. Zitten er woorden bij?
Zoë:
Je bedoelt of er letterlijk woorden staan op dat beeld van mijn borst?
Scott:
Ja.
Zoë:
Nee, ik zie dat het alleen een beeld is van mijn borst.
Scott:
Dit klinkt wat maf misschien, maar goed: stop en luister of je dit beeld kunt horen. Blijf lang genoeg stil om op te merken of het beeld zelf spreekt. Zegt het wat?
Zoë:
Nee.
Scott:
Ben jij, zo, zonder het te interpreteren, dit beeld; jij, de ontoereikende persoon?
Zoë:
Nee. Ik zie dat het nu ook verandert. Maar er komt woede op. Ik ben boos op mezelf en mijn partner.
Scott:
Ben jij de woorden ‘Ik ben boos op mezelf en mijn partner’; de jij, die ontoereikend is?
Zoë:
Nee, dat is niet de ontoereikende ‘ik’.
Scott:
Laat die woorden tot rust komen door ze alleen maar te observeren. Ben jij dat woord ‘woede’?
Zoë:
Nee, dat ben ik niet. Maar dat gevoel is wel heel sterk aanwezig nu.
Scott:
Ben jij de woorden: ‘dat gevoel is wel heel sterk aanwezig nu’?
Zoë:
Nee.
Scott:
Oké, laat ook die woorden ongemoeid. Voel hoe woede voelt, zonder die te benoemen, of toe te schrijven aan een ander. Rust er alleen maar mee. Laat die fysieke sensatie, zonder woorden, zonder beelden, gewoon zijn ding doen. Ga er hetzelfde mee om als je met de lucht om je heen om gaat. Je kunt de lucht niet laten verdwijnen en ook niet hier houden.
Zoë:
Het is alleen een fysieke sensatie. Die ben ik ook niet. Het wordt nu minder sterk.
Scott:
Kijk of je de ontoereikende ‘ik’ kunt vinden. Scan heel bewust, al voelend, de ruimte van je hele lichaam af. Wees je gewaar van de binnenkant van elk lichaamsdeel, je hoofd, alles. Scan zonder te denken. Kun je de ontoereikende ‘ik’ vinden?
Zoë:
Nee.
Scott:
Goed, laat gedachten gewoon opkomen en verdwijnen. Kun je de ontoereikende persoon vinden?
Zoë:
Ik zie de gedachte: ‘ik doe dit niet goed’. Ik wil zelfs ook deze inquiry perfect doen.
Scott:
Ben jij die woorden: ‘ik doe dit niet goed’?
Zoë:
Nee. Nu kan ik mij, de ontoereikende ‘ik’, niet vinden. Die is er nu gewoon niet.
Scott:
Kijk nu nog eens naar je partner. Heb je het idee dat hij dat gevoel van ontoereikendheid bij je oproept?
Zoë:
Ja. Ik heb het gevoel dat het verkeerd van me is, dat ik hem steeds achter de broek aanzit.
Scott:
Ben jij die woorden?
Zoë:
Nee. Er viel net een last van mijn schouders. Hij roept nu niets bij me op als ik aan hem denk.
Scott:
Kun je de ontoereikende ‘ik’ vinden zoals je hier nu zit?
Zoë:
Nee. En ik zie ook dat er niets mis is met hem. Of met mij.
Scott:
Dus wat is er niet zo perfect aan jou of aan hem?
Zoë:
Er hoeft niets veranderd te worden.
Scott:
Juist. Als je ontdekt dat je die ontoereikende persoon, waar jij jezelf voor hield, niet kunt vinden, ogen anderen opeens ook niet ontoereikend.
Zoë:
Is het echt zo eenvoudig?!
Scott:
Ja. Het wordt alleen ingewikkeld als je je blijft focussen op je partner en al zijn doen en laten analyseert. Op die momenten neem je jouw gedachten over hem voor waar aan, in plaats van dat je op zoek gaat naar jezelf. De inadequate ‘ik’ is als een filmlaagje op je oog. Het vertekent alles wat je ziet. Dat is de reden waarom je zo druk bent geweest andere mensen en situaties om je heen proberen te veranderen. Zodra je op zoek gaat naar die inadequate ‘ik’, ga je met je aandacht naar die filmlaag. Het is gewoon een oud script dat zegt: “Er is iets mis met mij.” Het is niet wie je werkelijk bent. Dat is het nooit geweest. Er is nooit iets mis geweest met je. Als je die ‘ik’ niet kunt vinden, begint de filmlaag op te lossen. Je ziet andere mensen dan zoals ze echt zijn. Met hen is er ook niets mis.
Zoë:
Geweldig. Wat is het helder nu!
Uit Scott’s boek: “The Unfindable Inquiry: One Simple Tool to Overcome Feelings of Unworthiness and Find Inner Peace”
The Unfindable Inquiry is als paperback of als e-book verkrijgbaar bij bol.com.