Door Judith Sumitra Burton, vertaald door Pleun Vermaas.
Dit kleine woordje “alleen” kan zeer beangstigend zijn; misschien is zelfs alleen het woord “dood” enger. We voelen ons van nature bedreigd door het idee alleen te zijn op deze wereld of door het idee dat er een moment komt waarop we sterven. En soms voelt dat gevoel van alleen zijn erger dan de dood. Er kan ook een groot verschil zitten tussen je alleen voelen of eenzaam voelen. Vaak vind je, na een meditatie of diepe rust, een gevoel van alleen zijn dat eigenlijk heel vredig is.
En natuurlijk, nu in deze coronatijd, wordt voor veel mensen het gevoel van alleen of eenzaam zijn behoorlijk uitvergroot. Degenen onder ons die alleen leven, hebben nu veel meer tijd alleen doorgebracht dan ooit tevoren en vele van ons zullen zelfs de feestdagen alleen doorbrengen. Het ligt dan op de loer om weg te zinken in een poel van je afgescheiden, eenzaam en verloren voelen.
In de normale dagen van voor de pandemie heb ik een aantal keren inquiry gedaan op dit idee van alleen zijn en sessies gefaciliteerd aan anderen, die zich voortdurend door die gedachte eraan, geplaagd voelden. Een gevoel van afgescheidenheid van anderen en van het leven zelf kan ons tot op het bot verlammen. Het maakt dat leven af en toe ondragelijk lijkt. We kunnen ons van het leven en ondersteuning verbannen voelen.
De eerste strategie die wij doorgaans hanteren is om buiten onszelf te zoeken naar de verbinding waar we zo intens naar verlangen. Het probleem daarmee is natuurlijk dat de opluchting, wanneer we die buiten onszelf hebben gevonden, slechts een tijdelijk lapmiddel is en bovendien afhankelijk van anderen.
Wat is het ergste wat er kan gebeuren als ik echt helemaal alleen zou zijn? Ik zou voor mezelf moeten zorgen, zelf opluchting en verbinding in mijzelf moeten vinden. Er zou niemand zijn die het me aanreikt van buitenaf, noch iemand die me vasthoudt of redt. Wellicht voel ik me afschuwelijk bang en verlamd. Ik zou dat aangrijpende, gapende gat van leegte in mijzelf onder ogen moeten zien.
Kan ik een moment de tijd nemen om die leegheid nu te voelen? Hoe voelt dat?
Het voelt als een holle leegte in het midden van mijn lichaam – net boven de buik (solar plexus). Het is erg heftig en heeft me goed in de greep. Als ik met mijn aandacht bij de fysieke sensatie blijf en deze voel, komen er beelden voorbij van ervaringen van vroeger van door anderen in de steek gelaten, afgewezen of verbannen worden. Ik kijk naar elk beeld en zoek het bewijs dat ik echt alleen ben. Ik zie dat het simpelweg beelden zijn uit het verleden en er zit op dit moment geen bedreiging in.
Terwijl ik dat gevoel van die holle leegte in het midden van mijn lichaam opmerk, zeg ik ertegen: “Dankjewel dat je er bent, ik voel je; je bent welkom om te blijven zolang het nodig is. Dit helpt me om te ontspannen en me te richten op de fysieke sensatie. Gewoon een tijdje zitten met het gevoel van het omarmen van deze holle leegte en het laten zijn precies zoals het is, moedigt het aan om een beetje te verzachten.
Als ik het woord “alleen” bekijk en ernaar luister terwijl ik het hardop uitspreek, lijkt het nu een fractie minder bedreigend. Ik neem een paar minuutjes om tot rust te komen en haal een paar maal diep adem.
Ik voel of er nog een residu van de sensatie is. Ik zeg hardop: “Ik ben niet alleen”. Vervolgens voel ik na of dit op enig verzet stuit in mijn lichaam, iets dat met die woorden aan het bekvechten wil slaan.
Er verschijnt een beeld van mij als klein meisje, dat graag wil dat haar moeder haar vasthoudt. Maar moeder is druk in de weer met wat anders. Ik heet dit kleine meisje welkom, om hier met mij te zijn nu, en stel me voor hoe ik haar op mijn schoot neem, met alle aandacht. Ze lijkt verrast omdat ze erkend wordt en geeft me een knuffel, genietend van de aandacht. “Je bent welkom om te blijven zo lang als je wilt”, fluister ik zachtjes in haar oor.
Hoe verbazingwekkend is het dat ik hier nu mijn eigen alleen zijn in mijn handen kan houden en het zo diep van binnenuit mag voelen. “Alleen” heeft de neiging te versmelten tot een gevoel van alles-een. Er is nu geen sprake van niet in verbinding zijn. Er is niets anders voor nodig dan simpelweg de fysieke sensatie te voelen, te omarmen, te luisteren naar de woorden en diep medeleven te voelen voor het gevoel van afgescheidenheid of gebrek aan verbinding. En in dat omarmen en luisteren wordt werkelijke verbinding ervaren en verslapt de klauwende greep van leegte. Uiteindelijk is er niets van buiten nodig.
Me naar mijn angst toewenden en bereid zijn om hem te omarmen, terwijl het zijn verdriet onthult, is een magisch gevoel. Iets welkom heten dat ooit zo verschrikkelijk angstaanjagend leek – thuiskomen, omarmd en gehoord worden – maakt dat er een oprecht gevoel van verbinding komt. Ik kan hier nu mee rusten, met dit gevoel van ontspannen verbinding.
Oude en meer beangstigende ervaringen kunnen zeker weten wat moeilijker zijn voor een inquiry, dan dit eenvoudige voorbeeld. Maar het proces is in wezen hetzelfde. Soms is het handig en goed om het samen met een facilitator te doen, die helpt onze aandacht erbij te houden, terwijl we geleidelijk leren zelfonderzoek te doen.
En vergeet niet dat juist in deze tijd van wereldwijde pandemie, het belangrijk is om op een veilige manier met elkaar in verbinding te staan.
Klik hier om meer te lezen over Sumitra (in het Engels).